Spreekangst

Spreekangst


Iemand met spreekangst heeft angst of overmatige spanning om te spreken. Deze angst kan zich op verschillende manieren uiten. Het spreken gaat gepaard met negatieve gedachten en emoties over zichzelf, angst voor bepaalde spreeksituaties, piekeren, … Uiterlijk zie je kenmerken als zwetende handen, trillen, droge mond. Deze kenmerken resulteren soms in een bepaald gedrag. Men krijgt bevende stem, gaat onduidelijk articuleren, stil spreken en bepaalde situaties vermijden. Spreekangst kan leiden tot problemen in het sociaal en professioneel functioneren.


We kunnen spreken van selectief mutisme wanneer deze kenmerken aanwezig zijn in de kindertijd.

Kerngedragingen van selectief mutisme:

-Het kind spreekt niet in specifieke situaties, zoals op school of bij andere gebeurtenissen.

-Het kan wel normaal spreken in situaties waarin het zich comfortabel voelt (bv. thuis).

-Het onvermogen om te spreken in bepaalde situaties is hinderlijk voor het schoolse en sociale functioneren.

-Het mutisme bestaat minstens een maand.

-Het mutisme wordt niet veroorzaakt door een andere communicatiestoornis (bv. stotteren) of het maakt geen deel uit van een ontwikkelingsstoornis (bv. autismespectrumstoornis).


De behandeling voor spreekangst of selectief mutisme, richt zich op het durven spreken, zowel binnen als buiten de logopedische setting. Vaak gaat deze therapie gepaard met psychologische therapie om zo de best mogelijke hulp te bieden.